Het Hof van Cassatie
in cijfers

Gegevens per materie

C-zaken

Iets meer dan de helft van de raadsheren van het Hof is belast met de behandeling van de vaak complexe C-zaken, waarvoor ook de bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie is vereist. De Cassatiebalie vervult aldus in deze zaken een filterfunctie voor de toegang tot het Hof, waarvan het nut niet meer hoeft te worden aangetoond.

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

Het totaal aantal nieuwe C-zaken in 2021 is ten aanzien van 2020 met 54 eenheden gedaald, tot 546 eenheden. Dit is een daling met 9 pct.

Die globale daling is exclusief te wijten aan een substantiële daling van het aantal nieuwe C-zaken dat op de Nederlandstalige rol werd ingeschreven. Dat aantal daalde ten opzichte van 2020 met 71 eenheden tot 288 zaken, wat een daling met maar liefst 19,78 pct. inhoudt. Het aantal nieuwe Nederlandstalige C-zaken bevindt zich daardoor op een duidelijk lager niveau dan de voorbije tien jaar. Een evidente verklaring daarvoor is niet voorhanden, maar een verband kan worden vermoed met een vacature binnen de Cassatiebalie en de tijd die nodig is om de benoemingsprocedure van een nieuwe advocaat bij het Hof af te ronden, wat tot enige vertraging in de instroom van zaken aanleiding kan geven. Mogelijk is de daling van de instroom aan Nederlandstalige C-zaken in 2021 dus slechts een eenmalig gegeven.

In de Franstalige afdeling is het aantal nieuwe C-zaken in 2021 ten aanzien van 2020 licht gestegen, met 17 eenheden, tot 258 eenheden (een stijging met 7,05 pct.), wat overeenkomt met het gemiddeld niveau van de laatste tien jaar.

Van de nieuwe C-zaken die in 2021 zijn er:

Uitstroom

Het totaal aantal in 2021 gewezen eindarresten in C-zaken is in vergelijking met 2020 met 73 eenheden gestegen tot 695 eindarresten (een stijging met 11,74 pct.). De stijging van het totaal aantal eindarresten in C-zaken in 2021 ten aanzien van 2020 is toe te schrijven aan een stijging van het aantal Franstalige arresten in C-zaken, met 101 eenheden, tot 336 eindarresten (een stijging met maar liefst 42,98 pct.). Het aantal eindarresten in Nederlandstalige C-zaken is licht gedaald, met 28 eenheden (een daling met 7,24 pct.), tot 359 eindarresten.

Het verschil in de evolutie van het aantal gewezen eindarresten in Nederlandstalige C-zaken en in Franstalige C-zaken moet worden gerelativeerd. De stijging van het aantal Franstalige arresten in C-zaken houdt grotendeels verband enerzijds met het feit dat de Franstalige eerste kamer in 2021 een reeks van 72 gelijklopende cassatieberoepen heeft behandeld, waarin uiteindelijk een afstand werd geakteerd (supra), en anderzijds met het relatief groot aantal uitspraken over onttrekkingsvorderingen aan Franstalige zijde (41 onttrekkingsvorderingen in 2021 tegenover 20 in 2020). Aan de Nederlandstalige zijde liet zich dan weer een relatief laag aantal uitspraken over onttrekkingsvorderingen optekenen (18 in 2021 tegenover 45 in 2020).

Het Hof velde naast de 695 eindarresten in C-zaken 2 tussenarresten waarbij een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie werd gesteld en 1 tussenarrest waarbij een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof werd gesteld.

Op een rechtszitting van het Hof zijn er in de regel vijf raadsheren aanwezig. Artikel 1105bis van het Gerechtelijk Wetboek biedt het Hof evenwel de mogelijkheid om de rechtszitting met drie raadsheren te houden wanneer de beslissing in verband met het cassatieberoep voor de hand ligt of niet noopt tot het beantwoorden van rechtsvragen in het belang van de eenheid van de rechtspraak of van de rechtsontwikkeling. In 2021 heeft de Nederlandstalige eerste kamer 11 rechtszittingen met drie raadsheren gehouden, waarop in totaal 101 arresten werden gewezen. De Nederlandstalige derde kamer heeft 5 rechtszittingen met drie raadsheren gehouden waarop 46 arresten in C-zaken werden gewezen. In 2021 werden dus in totaal 16 rechtszittingen met drie raadsheren gehouden, waarop 147 arresten werden gewezen, wat een daling inhoudt van 28 pct. ten aanzien van 2020.

Het parket heeft een schriftelijke conclusie neergelegd in 16,99 pct. van de in 2021 uitgesproken Nederlandstalige C-zaken (31 zaken) en in 16,37 pct. van de Franstalige C-zaken (55 zaken). Deze schriftelijkke conclusies worden meestal gepubliceerd in de Pasicrisie en de Arresten van Cassatie.

In sommige zaken vindt ook de schriftelijke weergave van de mondelinge conclusie zijn weg naar de publicatie in de Pasicrisie en de Arresten van Cassatie. Deze zogenaamde conclusies "in substantie" worden in de voormelde cijfers niet verrekend.

Werkvoorraad

Doordat het aantal in 2021 gewezen eindarresten in C-zaken het aantal nieuwe C-zaken die in 2021 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, ruim overschrijdt, bedraagt de clearance rate in C-zaken over de twee taalrollen heen maar liefst 127,29 pct., wat synoniem staat voor een dalende werkvoorraad in C-zaken. Wanneer opgesplitst over beide taalrollen, wordt vastgesteld dat de clearance rate in Nederlandstalige C-zaken 124,65 pct. bedraagt en in Franstalige C-zaken 130,23 pct.

Meer concreet is de op het einde van 2021 openstaande werkvoorraad in C-zaken globaal met 149 eenheden gedaald, tot 561 eenheden (een daling met 20,99 pct. in vergelijking met eind 2020). In Nederlandstalige C-zaken is de werkvoorraad gedaald met 20,17 pct. tot 281 eenheden. In Franstalige C-zaken is de werkvoorraad met 21,79 pct. gedaald, tot 280 eenheden. De openstaande werkvoorraad in C-zaken bevindt zich op het laagste niveau van de voorbije tien jaar. Bij de beoordeling van de omvang van de openstaande werkvoorraad in C-zaken moet bovendien rekening worden gehouden met aan aantal redenen die reeds hoger werden opgesomd waardoor een aantal dossiers tot de werkvoorraad in C-zaken behoren, terwijl ze (nog) niet voor behandeling in aanmerking komen.

De balans voor 2021, voor wat de C-zaken betreft, oogt positief. De werkvoorraad is substantieel gedaald. Het aantal op het einde van 2021 nog te wijzen arresten is lager dan het aantal in 2021 gewezen arresten, wat (theoretisch) inhoudt dat minder dan één jaar nodig is om de openstaande werkvoorraad af te handelen, terwijl dit in voorgaande jaren nog meer dan één jaar was. Echter is die positieve balans, minstens gedeeltelijk, het gevolg van toevallige, eenmalige omstandigheden, zoals het in 2021 hoog aantal geakteerde afstanden in C-zaken.

Vermits de raadsheren die zetelen in C-zaken, ook in D-, F- en S-zaken zetelen, heeft een daling van de werkvoorraad in eerstgenoemde zaken bovendien vaak gevolgen voor de werkvoorraad in laatstgenoemde zaken. Een daling van de werkvoorraad in C-zaken leidt vaak tot een stijging van de werkvoorraad op de andere civiele rollen (en vice versa). Zoals verder zal blijken, is de werkvoorraad in F-zaken (en in zeer beperkte mate ook in D-zaken) in 2021 inderdaad gestegen.

Deze tabel geeft de evolutie van de instroom aan C-zaken per ressort over de laatste tien jaar weer.

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Antwerpen 130 104 103 86 84 109 125 128 110 108
Brussel N 49 40 57 45 40 54 57 54 44 43
Bruxelles F 77 87 50 58 71 78 63 87 72 44
Gent 75 76 87 68 79 48 90 72 84 59
Liège 46 63 57 46 60 57 65 52 62 68
Mons 48 41 34 63 36 34 52 35 33 45
Arbh. Antwerpen 0 0 1 0 2 0 0 0 0 0
Arbh. Brussel N 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0
C. trav. Bruxelles F 0 0 0 0 2 0 0 0 0 1
Arbh. Gent 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0
C. trav Liège 0 1 0 0 0 0 0 0 1 1
C trav. Mons 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rb. 146 145 110 121 114 118 113 118 142 111
Ondrb. 18 26 11 9 9 11 9 76 8 14
Arbrb. 0 2 0 0 0 7 0 3 2 2
Jeugdrb. 0 1 0 0 0 1 0 0 0
Corr. 1 0 0 0 0 0 1 0 1 32
Vred. 10 12 8 8 25 23 15 11 12 4
Pol. 3 6 3 15 8 5 7 7 5 5
Overige 32 30 70 21 20 164 22 14 24 9
Totaal 636 635 591 540 550 709 619 657 600 546
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

Uitspraken

Het aantal cassaties in C-zaken is in 2021 ten opzichte van 2020 nagenoeg constant gebleven en bedraagt momenteel 34 pct. Het aantal vernietigingen in de Nederlandstalige afdeling (46 pct.) ligt daarbij aanzienlijk hoger dan in de Franstalige afdeling (21 pct.). Het uitzonderlijk laag aantal vernietigingen in de Franstalige afdeling is evenwel het gevolg van voormelde reeks van 72 zaken waarin de eiser uiteindelijk, na verloop van tijd, afstand van cassatieberoep deed: die reeks van afstanden haalt het cassatiepercentage aanzienlijk naar beneden.

Voortgang van de zaken

Doorlooptijd

De gemiddelde doorlooptijd van de in 2021 gewezen Nederlandstalige C-zaken, bedraagt 12,49 maanden, wat een stijging met een halve maand inhoudt ten opzichte van vorig jaar.

Voor de Franstalige kamer is de gemiddelde doorlooptijd in 2021 gestegen naar 14,47 maanden, waar deze in 2020 14,01 maanden bedroeg. Deze stijging is het gevolg van de reeds herhaaldelijk aangehaalde reeks van 72 gelijklopende zaken, waarvan de doorlooptijd net meer dan twee jaar bedroeg. Deze zaken werden immers reeds in 2019 op de griffie van het Hof ingeschreven, maar er was samenloop met een appelprocedure die eerst werd afgehandeld. Twee jaar na datum van inschrijving van die zaken op de rol diende het Hof in 2021 uiteindelijk een afstand te akteren.

Evolutie van de gemiddelde doorlooptijd
C-zaken

2017 2018 2019 2020 2021
N 9,92 11,07 13,06 11,99 12,49
F 15,28 12,53 11,55 14,01 14,47
N+F 12,45 11,71 12,40 12,75 13,45

De gemiddelde doorlooptijd van de C-zaken waarin het Hof in 2021 een eindarrest wees, ligt bijgevolg over de twee taalrollen heen boven een jaar en bedraagt met name 13,45 maanden. Het merendeel van die zaken, met name 59 pct., werd wel uitgesproken op een termijn van minder dan 1 jaar.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - C-zaken

Voortgang van de openstaande werkvoorraad

Van de C-zaken die op het einde van 2021 tot de openstaande werkvoorraad van het Hof behoren, werd 67 pct. in 2021 op de griffie van het Hof ingeschreven. Een relatief beperkt percentage van de op het einde van 2021 nog openstaande werkvoorraad in C-zaken, met name 15 pct., betreft zaken die op het einde van 2021 reeds meer dat twee jaar op de rol van het Hof zijn ingeschreven.

Chiffres globaux
Werkvoorraad - C-zaken

D-zaken

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

Het aantal nieuwe tuchtzaken is ten aanzien van 2020 gestegen, maar blijft beperkt. In 2021 werden 26 cassatieberoepen ingesteld, waarvan 16 Nederlandstalig en 10 Franstalig (in 2020 werden slechts 11 nieuwe D-zaken opgetekend, waarvan 7 Nederlandstalig en 4 Franstalig). De tuchtzaken zijn afkomstig van de diverse tuchtraden in hoger beroep. Gelet op het beperkt aantal D-zaken en de grote diversiteit aan tuchtrechtelijke instanties, worden geen cijfers opgenomen omtrent de exacte herkomst van deze tuchtzaken.

Uitstroom

In 2021 werd in 22 D-zaken een eindarrest uitgesproken, waarvan 12 Nederlandstalig en 10 Franstalig.

Het parket heeft in 2 Nederlandstalige en 3 Franstalige D-zaken een schriftelijke conclusie neergelegd.

Werkvoorraad

Aangezien het aantal in 2021 gewezen eindarresten in D-zaken lager is dan het aantal nieuwe D-zaken die in 2021 werden ingeschreven, bedraagt de clearance rate in D-zaken 84,62 pct. Concreet moeten nog 18 openstaande D-zaken worden berecht (waarvan 15 Nederlandstalige en 3 Franstalige).

Uitspraken

Het aantal cassaties in D-zaken is ten aanzien van het jaar 2020 gedaald en bedraagt in 2021 slechts 14 pct. Gelet op het beperkt aantal uitspraken in D-zaken kan aan dit relatief lage cassatiepercentage evenwel weinig belang worden gehecht.

Voortgang van de zaken

Doorlooptijd

De gemiddelde doorlooptijd van de in 2021 behandelde D-zaken is ten aanzien van 2020 licht gestegen, met 1,3 maand tot 13,06 maanden. In de Nederlandstalige afdeling is de gemiddelde doorlooptijd gestegen van 12,33 maanden in 2020 naar 18,69 maanden in 2021. Dit is het gevolg van de afhandeling door de Nederlandstalige afdeling van een aantal iets oudere D-zaken. In de Franstalige afdeling is de gemiddelde doorlooptijd gedaald van 9,18 maanden in 2020 naar 6,30 maanden in 2021.Vermits het een gering aantal arresten in die materie betreft, kunnen uit de schommeling van de cijfers inzake de voortgang van de zaken geen pertinente conclusies worden getrokken.

2017 2018 2019 2020 2021
N 12,74 13,67 10,55 12,33 18,69
F 4,52 10,01 5,62 9,18 6,30
N+F 11,29 12,50 9,68 11,76 13,06

Evolutie van de gemiddelde doorlooptijd
D-zaken

Meer dan de helft van de in 2021 uitgesproken D-zaken (m.n. 55 pct.) werd behandeld op een termijn van minder dan één jaar.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - D-zaken

Voortgang van de openstaande werkvoorraad

Alle nog openstaande D-zaken werden in 2021 ingediend. Er staan geen D-zaken van vóór 2021 meer open.

F-zaken

De fiscale zaken vormen, na de C-zaken, het tweede grootste pakket aan zaken binnen de civiele sector in ruime zin en worden voor het grootste deel door de magistraten van de eerste of derde kamer behandeld.

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

Het totale aantal nieuwe fiscale zaken is in 2021 ten aanzien van 2020 globaal genomen met 35 eenheden gestegen tot 210 zaken, wat neerkomt op een stijging met 20 pct. Het aantal nieuwe Nederlandstalige F-zaken is met 21 eenheden gestegen, tot 144 nieuwe zaken (een stijging met 17,07 pct.). Het aantal nieuwe Franstalige F-zaken is met 14 eenheden gestegen tot 66 nieuwe zaken (een stijging met 26,92 pct.). Het aantal nieuwe F-zaken bevindt zich daardoor in 2021 op één van de hoogste niveau's van de laatste tien jaar. Over een langere periode van twintig jaar blijkt dat het aantal nieuwe F-zaken voor het Hof exponentieel is gestegen. In 2001 bedroeg het aantal nieuwe F-zaken immers slechts 88 eenheden. In vergelijking met 2001 ligt het aantal nieuwe F-zaken in 2021 maar liefst 138,64 pct. hoger.

Alle nieuwe F-zaken die in 2021 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, zijn afkomstig van de hoven van beroep.

Uitstroom

Het aantal gewezen eindarresten is globaal met 30 eenheden gestegen tot 188 arresten (een stijging met 18,99 pct.). Deze stijging is het gevolg van een stijging van het aantal Nederlandstalige eindarresten in F-zaken met 33 eenheden tot 131 arresten (een stijging met 33,67 pct.), die gedeeltelijk te wijten is aan de behandeling in 2021 van 16 Nederlandstalige F-zaken die normalerwijze in 2020 zouden worden uitgesproken, maar waarvan de uitspraak omwille van de op dat ogenblik geldende coronamaatregelen naar 2021 diende te worden uitgesteld. Het aantal Franstalige eindarresten is licht gedaald met 3 eenheden tot 57 arresten (een daling met 5 pct.).

De meeste eindarresten die in 2021 in fiscale zaken werden gewezen, hebben betrekking op de inkomstenbelasting. Het betreft 62,77 pct. van de zaken, tegenover 19,15 pct. btw-zaken, 12,77 pct. zaken in verband met lokale belastingen en 5,32 pct. diverse zaken.

Het Hof velde in F-zaken naast deze eindarresten 2 tussenarresten waarbij een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie werd gesteld, evenals 2 tussenarresten waarbij een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof werd gesteld.

Het parket heeft in 38,89 pct. van de Nederlandstalige F-zaken (56 zaken) en in 22,73 pct. van de Franstalige F-zaken (15 zaken) een schriftelijke conclusie neergelegd, naast zijn gepubliceerde schriftelijke conclusies "in substantie".

Werkvoorraad

Aangezien het aantal nieuwe F-zaken het aantal in 2021 gewezen eindarresten in F-zaken met 22 eenheden overtreft, bedraagt de clearance rate in F-zaken voor 2021 slechts 89,52 pct. en is de op het einde van 2021 openstaande werkvoorraad in fiscale zaken opnieuw gestegen, tot 331 zaken (tegenover 309 zaken in 2020), wat neerkomt op een stijging met 7,12 pct. in vergelijking met 2020. De Nederlandstalige werkvoorraad is met 6,47 pct. gestegen, tot 214 eenheden. De Franstalige werkvoorraad is met 8,33 pct. gedaald tot 117 eenheden.

De stijging van de werkvoorraad in F-zaken die zich over de voorbije tien jaar liet optekenen, zet zich aldus in 2021 ongenadig verder. De werkvoorraad in F-zaken eind 2021 ligt 42,67 pct. hoger dan eind 2012, wat vooral verband houdt met het gestegen aantal nieuwe F-zaken.

Het Hof herhaalt zijn bezorgdheid omtrent de werkvoorraad in F-zaken die, ondanks de zware inspanningen, de laatste tien jaar in sterk stijgende lijn blijft gaan. De vaststelling dringt zich op dat er de laatste jaren globaal meer nieuwe zaken worden ingeleid dan er arresten kunnen worden uitgesproken. Met 331 zaken in voorraad tegenover een gemiddelde van 174 arresten in F-zaken per jaar betekent dit (abstractie makend van de nieuwe zaken die de werkvoorraad elk jaar nog verder doen aangroeien) dat op dit ogenblik bijna 23 maanden nodig zijn om deze voorraad weg te werken. Dat is zorgwekkend. Met de huidige invulling van de organisatie van het Hof en van de wetenschappelijke ondersteuning in deze gespecialiseerde materie kan het Hof deze voorraad niet afbouwen. Hierbij rijst opnieuw de vraag hoe lang deze stijging van de werkvoorraad in F-zaken kan blijven aanhouden. Wel staat vast dat het Hof hieraan beleidsmatige conclusies zal moeten koppelen.

Deze tabel geeft de evolutie van de instroom aan F-zaken per ressort over de laatste tien jaar weer.

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Antwerpen 50 54 48 40 23 25 30 22 20 37
Brussel N 24 13 23 16 17 21 25 22 27 36
Bruxelles F 32 23 25 31 17 23 26 17 9 5
Gent 44 53 59 70 48 34 49 59 70 71
Liège 28 21 35 29 30 43 23 33 24 40
Mons 28 14 38 19 24 15 18 16 24 21
Rb. 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0
Or. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vred. 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0
Totaal 206 178 228 205 159 162 173 169 175 210
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

Uitspraken

Het aantal cassaties in F-zaken is in 2021 gestegen tot 36 pct., terwijl dit in 2020 slechts 25 pct. bedroeg. Het aantal cassaties in F-zaken ligt daarmee in 2021 licht hoger dan het gemiddelde van de laatste tien jaar.

In 65 pct. van de F-zaken die in 2021 werden uitgesproken, werd de eiser vertegenwoordigd door een advocaat bij het Hof van Cassatie. Wanneer een advocaat bij het Hof van Cassatie in de zaak tussenkomt, is er sprake van cassatie in 41 pct. van de gevallen. Zonder deze tussenkomst is dit slechts 28 pct, waaruit, in de lijn van het reeds in eerdere jaarverslagen ingenomen standpunt, kan worden afgeleid dat het wenselijk zou zijn om de verplichte tussenkomst van de advocaten bij het Hof uit te breiden tot fiscale zaken[1].

[1] Die wijziging wordt voorgesteld in het Verslag van de procureur-generaal aan het parlementair comité belast met de wetsevaluatie (zie Studie).

Voortgang van de zaken

De vaak complexe en zeer technische aard van F-zaken en de omvang van de werkvoorraad in F-zaken hebben een duidelijke impact op de voortgang van deze dossiers in vergelijking met de andere materies. De voortgang van de F-zaken verloopt in vergelijking met de andere materies trager.

Doorlooptijd

Over de beide taalrollen heen steeg de gemiddelde doorlooptijd van de uitgesproken F-zaken met twee maanden, van 18,53 maanden in 2020 naar 20,64 maanden in 2021. De gemiddelde doorlooptijd van de in 2021 behandelde Nederlandstalige F-zaken bedroeg 20,47 maanden (terwijl deze in 2020 19,32 maanden bedroeg). De gemiddelde doorlooptijd van de in 2021 behandelde Franstalige F-zaken bedroeg 21,01 maanden (terwijl deze in 2020 17,26 maanden bedroeg). De stijging van de doorlooptijd in F-zaken in 2021 is, minstens gedeeltelijk, te verklaren door het feit dat het Hof 15 Nederlandstalige F-zaken die aanvankelijk voor einduitspraak in oktober 2020 werden vastgesteld, omwille van de op dat moment geldende coronamaatregelen, naar januari 2021 diende uit te stellen[2].

[2] Voy. Jaarverslag van het Hof van Cassatie van België 2020, Brussel, Larcier, 2021, 68.


2017 2018 2019 2020 2021
N 18,33 21,97 23,97 19,32 20,47
F 24,30 15,84 15,63 17,26 21,01
N+F 20,85 18,69 21,10 18,53 20,64

Evolutie gemiddelde doorlooptijd
F-zaken

Een groot aandeel van de eindarresten in 2021 (85 pct.) werd uitgesproken in zaken die reeds meer dan 1 jaar op de griffie werden ingeschreven (tegenover 82 pct. in 2020). Het merendeel van de F-zaken waarin in 2021 een eindarrest werd geveld, met name 74 pct., werd uitgesproken op een termijn van minder dan 2 jaar (tegenover 85 pct. in 2020).

Chiffres globaux
Doorlooptijd - F-zaken

Voortgang van de openstaande werkvoorraad

Van de op het einde van 2021 nog openstaande werkvoorraad in F-zaken werd 62 pct. in 2021 ingediend, wat betekent dat een relatief groot percentage (38 pct.) openstaande F-zaken reeds meer dan 1 jaar op de rol van het Hof is ingeschreven, wat de bezorgdheid van het Hof over de omvang van de werkvoorraad in F-zaken (supra) bevestigt. Ontegensprekelijk houdt de relatief trage vooruitgang van de F-zaken in eerste instantie verband met de vaak complexe aard van deze dossiers, maar de groeiende werkvoorraad in F-zaken heeft een sneeuwbaleffect op die trage vooruitgang. Een lichtpunt is dat het aantal F-zaken dat meer dan 1 jaar op de rol is ingeschreven, wel is gedaald. In 2020 betrof het nog 46 pct., wat betekent dat het aantal reeds lang openstaande zaken in 2021 kon worden afgebouwd.

Chiffres globaux
Werkvoorraad - F-zaken

P-zaken

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

Nadat het aantal nieuwe strafdossiers in 2016 beduidend afnam door de ingevoerde wettelijke filters voor toegang tot het Hof in strafzaken (supra), werd in 2017 en 2018 een stagnatie van het aantal nieuwe strafdossiers vastgesteld, gevolgd door zeer beperkte stijgingen in 2019 en 2020. Deze korte periode van een relatief stabiele instroom aan P-zaken is duidelijk voorbij. In 2021 is het aantal nieuwe strafdossiers ten opzichte van 2020 met maar liefst 345 eenheden tot 1.698 eenheden gestegen, wat neerkomt op een stijging op één jaar tijd met 25,50 pct. Het aantal nieuwe Nederlandstalige strafdossiers is met 215 eenheden gestegen, tot 1.027 zaken (een stijging met 26,48 pct.). Het aantal nieuwe Franstalige strafdossiers is met 130 eenheden gestegen, tot 671 zaken (een stijging met 24,03 pct.).

Aldus bevindt het aantal nieuwe strafdossiers zich in 2021 nagenoeg opnieuw op het niveau van 2015, i.e. het jaar voor de inwerkingtreding van de belangrijkste van voornoemde wettelijke filters. Deze plotse evolutie verdient uiteraard de nodige opvolging in de komende jaren. Het is op dit ogenblik onduidelijk of er sprake is van een eenmalige stijging, die aan eerder toevallige omstandigheden is te wijten, dan wel of deze stijging de voorbode is van een nieuwe periode met sterk stijgende cijfers in strafzaken.

Van de nieuwe P-zaken die in 2021 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, waren:

Vooral de sterke stijging van het aantal nieuwe zaken dat afkomstig is van de correctionele rechtbanken valt op (387 in 2021 tegenover 197 in 2020). Aldus sluit het aantal nieuwe zaken afkomstig van de correctionele rechtbanken, na een aanzienlijke daling in de periode 2018-2020, terug aan bij de niveau's van voor die periode. Ook het aantal zaken afkomstig van de hoven van beroep is gestegen, zij het veel minder sterk (van 994 zaken in 2020 naar 1.199 zaken in 2021). Het aantal zaken afkomstig van andere rechtbanken blijft nagenoeg constant of ondergaat zelfs een daling, zoals het aantal zaken afkomstig van de strafuitvoeringsrechtbanken.

Van de advocaten die afhangen van de Orde van Vlaamse Balies, zijn thans 898 advocaten houder van een getuigschrift van de bijzondere opleiding in cassatieprocedure in strafzaken. Bij de advocaten die afhangen van de Ordre des Barreaux francophones et germanophone, zijn 415 advocaten houder van een dergelijk getuigschrift. Daarnaast zijn voor de Orde van Vlaamse Balies 48 advocaten krachtens de wet van dat getuigschrift vrijgesteld; voor de Ordre des Barreaux francophones et germanophone betreft het 50 advocaten.

In 2021 legden de advocaten in 61 pct. van de zaken een memorie neer. Het spreekt voor zich dat het onderzoek van de middelen, aangevoerd in de memories, de werklast van het Hof verhoogt. Anderzijds laat dit het Hof ook toe zijn essentiële taken beter uit te voeren, namelijk de eenheid van de rechtspraak en de rechtsontwikkeling in ons land te bevorderen en de rechtszekerheid van de burger te waarborgen, wat wordt toegejuicht.

Uitstroom

Het aantal in 2021 uitgesproken eindarresten is in vergelijking met 2020 eveneens sterk gestegen, met 237 eenheden, tot 1.609 arresten. Dit is een stijging met 17,27 pct. Het aantal Nederlandstalige P-arresten is met 163 eenheden gestegen, tot 984 arresten (een stijging met 19,85 pct.). Het aantal Franstalige P-arresten is met 74 eenheden gestegen, tot 625 eindarresten (een stijging met 13,43 pct.).

Het Hof stelde daarnaast in 1 P-zaak een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie en in 4 P-zaken een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof.

Het jaarverslag van 2017 maakte melding van een significante daling van het aantal uitgesproken arresten inzake voorlopige hechtenis ingevolge de in 2016 door de wetgever doorgevoerde beperking van de mogelijkheid tot onmiddellijk cassatieberoep tegen arresten inzake voorlopige hechtenis, met name tot de eerste beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling tot handhaving van de voorlopige hechtenis. In dat jaar velde het Hof slechts 69 arresten inzake voorlopige hechtenis. Hierbij werd evenwel reeds de verwachting uitgedrukt dat deze trend een kentering zou ondergaan door de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof die bepaalt dat een cassatieberoep mogelijk moet zijn tegen alle handhavende beslissingen[3]. Het aantal arresten inzake voorlopige hechtenis stijgt sindsdien inderdaad gradueel: in 2018 betrof het 135 arresten, in 2019 194 arresten en in 2020 229 arresten. In 2021 betreft het maar liefst 315 arresten, waarvan 145 in het Nederlands en 170 in het Frans. Aldus moet worden vastgesteld dat het aantal arresten inzake voorlopige hechtenis sinds 2017 meer dan verviervoudigd is. Deze evolutie biedt bijgevolg een gedeeltelijke verklaring voor voormelde stijging van het globaal aantal P-zaken, maar kan niet de enige verklaring zijn, aangezien het globaal aantal P-zaken sterker is gestegen.

49. Het parket heeft een schriftelijke conclusie neergelegd in 1,83 pct. van de Nederlandstalige zaken (18 zaken) en in 8 pct. van de Franstalige zaken (50 zaken), naast zijn gepubliceerde schriftelijke conclusies "in substantie".

[3] Zie GwH 21 december 2017, nr. 148/2017.

Werkvoorraad

Het aantal uitgesproken eindarresten kon in 2021 dan wel aanzienlijk worden opgedreven, dat bleek niet voldoende om het zeer sterk gestegen aantal nieuwe zaken het hoofd te bieden. Terwijl in de periode 2015-2020 het aantal uitgesproken P-arresten het aantal nieuwe P-zaken steeds overschreed, met een systematische daling van werkvoorraad in P-zaken tot gevolg, is dat voor 2021 niet langer het geval. De totale werkvoorraad van de tweede kamer is in 2021 met 89 eenheden gestegen tot 390 (een stijging met 29,57 pct.), wat rekening houdend met de omstandigheden toch beperkt kan worden genoemd. De Nederlandstalige werkvoorraad steeg met 43 zaken (een stijging met 22,51 pct.), de Franstalige werkvoorraad met 46 zaken (een stijging met 41,82 pct.).

De clearance rate in P-zaken bedraagt aldus globaal slechts 94,76 pct. Opgesplitst per taalrol bedraagt de clearance rate 95,81 pct. voor de Nederlandstalige zaken en 93,14 pct. voor de Franstalige zaken.

Het aantal eindarresten opgenomen in de volgende drie tabellen omvat de beschikkingen van niet-toelaatbaarheid.

Deze tabel geeft de evolutie van de instroom aan P-zaken per ressort over de laatste tien jaar weer.

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Antwerpen 363 401 369 281 215 208 252 273 288 380
Brussel N 113 158 125 98 88 66 78 62 75 106
Bruxelles F 319 319 250 189 140 145 185 166 175 244
Gent 345 316 355 261 187 148 169 165 231 200
Liège 255 229 204 214 133 124 131 147 153 175
Mons 91 67 83 78 57 60 69 97 72 94
Ass. 36 30 27 34 21 19 5 12 14 12
Rb. 3 1 0 1 0 0 0 0 0 3
Corr. 425 379 405 407 356 415 324 294 195 355
Pol. 5 4 1 1 3 2 8 1 1 3
Overige 136 183 151 150 136 131 98 125 149 126
Totaal 2091 2087 1970 1714 1336 1318 1319 1342 1353 1698
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

Uitspraken

Voor een bespreking van de cassatiepercentages in P-zaken, kan grotendeels naar de bespreking van de globale gegevens worden verwezen. Zoals daar vermeld, bedraagt het cassatiepercentage in P-zaken in 2021 14 pct., wat overeenkomt met het gemiddeld cassatiepercentage over de laatste vijf jaar.

Voortgang van de zaken

Voor een bespreking van de cassatiepercentages in P-zaken, wordt eveneens grotendeels naar de bespreking van de globale gegevens verwezen. Zoals daar vermeld, is de gemiddelde doorlooptijd in P-zaken in 2021 verder gedaald naar een opnieuw historisch laag niveau van 2,52 maanden. Bijna twee derde van de in 2021 uitgesproken P-zaken werd behandeld op een termijn van minder dan drie maanden. Nagenoeg alle op het einde van 2021 nog openstaande zaken (met name 97 pct.) werd in de loop van 2021 ingediend.

S-zaken

Volgens de wet behandelt de derde kamer van het Hof de S-zaken. De wet bepaalt eveneens dat een aantal leden van het Hof blijk moet geven van specifieke ervaring in sociale zaken. Van de raadsheren met ervaring in sociale zaken zijn er drie Franstalig en twee Nederlandstalig.

De derde kamer behandelt naast de S-zaken ook C-zaken en occasioneel D- en F-zaken. Zo heeft de Nederlandstalige derde kamer in 2021 75 C-zaken en de Franstalige derde kamer 96 C-zaken, 2 D-zaken en 13 F-zaken behandeld. Sommige van die dossiers, die niet als zuivere S-dossiers kunnen worden aangemerkt, hebben wel betrekking op materies die verwant zijn met het arbeidsrecht of het socialezekerheidsrecht.

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

Het aantal Nederlandstalige S-zaken blijft constant en bedraagt in 2021, net als in 2020, 44 eenheden. Het aantal nieuwe S-zaken voor de Franstalige derde kamer is met 13 eenheden gedaald, van 57 zaken in 2020 naar 44 eenheden in 2021 (een daling met 22,81 pct.). Daarmee ligt het aantal nieuwe S-zaken in 2021 op het laagste niveau van de voorbije tien jaar.

Nagenoeg alle nieuwe S-zaken die in 2021 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, zijn afkomstig van de arbeidshoven. 1 zaak is afkomstig van een hof van beroep.

Uitstroom

Het aantal uitgesproken eindarresten in sociale zaken in de Nederlandstalige kamer is in 2021 met 15 eenheden gestegen ten aanzien van 2020 en bedraagt 47 eindarresten (een stijging met 46,88 pct.). In de Franstalige kamer steeg het aantal uitgesproken arresten met 2 eenheden, tot 43 eindarresten (een stijging met 4,88 pct.).

Het parket heeft een conclusie neergelegd in 27,66 pct. van de Nederlandstalige sociale zaken (13 zaken) en in 81,40 pct. van de Franstalige sociale zaken (35 zaken), naast zijn gepubliceerde schriftelijke conclusies "in substantie".

In 2021 werden 4 bijzondere rechtszittingen georganiseerd waarin telkens alle gespecialiseerde magistraten van beide taalrollen hebben gezeteld om zo de gespecialiseerde kennis binnen het Hof optimaal aan te wenden en de eenheid van rechtspraak van de twee afdelingen van de derde kamer te bevorderen. Op die rechtszittingen werden 24 arresten gewezen. Die succesvolle ervaring zal het volgende jaar worden voortgezet.

Werkvoorraad

Doordat het aantal gewezen eindarresten het aantal nieuwe zaken overtreft, kon de werkvoorraad in S-zaken beperkt worden afgebouwd, met 2 eenheden, tot 157 zaken (een beperkte daling met 1,26 pct. in vergelijking met de situatie in 2020). Aldus bedraagt de clearance rate in S-zaken 102,27 pct.

De werkvoorraad in S-zaken blijft omvangrijk. Met 157 zaken in voorraad tegenover 90 arresten in S-zaken in 2021 betekent dit dat aan het huidige tempo bijna 21 maanden nodig zijn om uitsluitend deze stock (met uitsluiting van de nieuwe zaken) weg te werken.

Deze tabel geeft de evolutie van de instroom aan S-zaken per ressort over de laatste tien jaar weer.

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Arbh. Antwerpen 32 34 13 21 19 22 20 17 19 19
Arbh. Brussel N 22 20 13 24 5 6 17 9 15 11
C. trav. Bruxelles F 36 32 30 20 23 23 22 20 27 18
Arbh. Gent 18 15 15 20 23 10 8 16 14
C. trav Liège 23 21 25 38 17 24 27 17 20 18
C trav. Mons 19 12 15 8 6 9 10 13 8 7
Arbrb. 2 0 0 0 1 0 0 0 1 0
Corr. 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0
Overige 2 0 0 4 0 1 0 0 0 0
Totaal 154 134 111 135 94 95 104 92 101 88
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

Uitspraken

Het aantal cassaties is in 2021 ten aanzien van het jaar 2020 globaal genomen gestegen en bedraagt momenteel ongeveer 40 pct. Over een langere periode kan worden vastgesteld dat het jaarlijks percentage vernietigingen tussen 35 en 45 pct. varieert.

Voortgang van de zaken

Doorlooptijd

De gemiddelde doorlooptijd van de sociale zaken is globaal genomen gedaald van 16,99 maanden in 2020 naar 14,40 maanden in 2021. De gemiddelde doorlooptijd voor de Nederlandstalige S-zaken is gedaald van 18,84 maanden in 2020 naar 14,07 maanden in 2021 en die van de Franstalige S-zaken van 15,54 maanden in 2020 naar 14,76 maanden in 2021.

2017 2018 2019 2020 2021
N 18,62 22,62 22,28 18,84 14,07
F 12,71 10,82 12,78 15,54 14,76
N+F 15,94 16,66 16,31 16,99 14,40

Evolutie gemiddelde doorlooptijd
F-zaken

Het merendeel van de in 2021 uitgesproken S-zaken, met name 63 pct. werd uitgesproken op een termijn van minder dan 1 jaar, wat een aanzienlijke verbetering is ten aanzien van 2020, wanneer slechts 32 pct. werd uitgesproken op een termijn van 1 jaar. Slechts 11 pct. van de in 2021 behandelde S-zaken werd uitgesproken op een termijn van meer dan twee jaar. In 2020 was dat nog 22 pct.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - S-zaken

Voortgang van de openstaande werkvoorraad

Van de op het einde van 2021 nog openstaande werkvoorraad werd ongeveer de helft in 2021 ingediend. 28 pct. van de openstaande werkvoorraad in S-zaken is reeds meer dan twee jaar op de griffie van het Hof ingeschreven, wat een achteruitgang is ten aanzien van 2020, wanneer slechts 17 pct. van de op het einde van het werkjaar openstaande werkvoorraad reeds meer dan twee jaar was ingeschreven, en is dan ook een indicator voor een stijgende gemiddelde doorlooptijd in 2022.

Chiffres globaux
Werkvoorraad - S-zaken

Voorzichtigheid is geboden bij de beoordeling van de relatief trage vooruitgang die uit deze cijfers blijkt. Het aantal sociale geschillen is immers vrij beperkt en de aard van de dossiers is vaak complex. Dit neemt niet weg dat dient te worden vastgesteld dat de werkvoorraad de laatste jaren toeneemt of nauwelijks daalt. Een en ander kan worden gekoppeld aan de vaststelling dat de raadsheren met een specifieke ervaring in sociale zaken eveneens in de civiele en penale materies als verslaggever optreden en zetelen.

G-zaken

Instroom, uittroom en werkvoorraad

Instroom

In 2021 werden 264 nieuwe aanvragen tot rechtsbijstand ingediend, tegenover 244 in 2020. Het betreft het hoogste aantal van de voorbije tien jaar.

Uitstroom

Het Bureau voor rechtsbijstand heeft in 2021 282 definitieve beslissingen geveld, wat een belangrijke stijging inhoudt ten aanzien van 2020, wanneer 236 beslissingen werden geveld.

Uitspraken

93 beslissingen in 2021 kenden de rechtsbijstand toe. In 189 beslissingen werd tot een verwerping besloten. Aldus bedraagt het percentage toekenningen 32,98 pct., tegenover 67,02 pct. verwerpingen. Dit stemt overeen met het gemiddelde van de voorbije jaren.

Van de beslissingen tot verwerping werden er 98 genomen na advies van een advocaat bij het Hof over de redelijke kansen op succes van een cassatieberoep.

In 2021 hebben de advocaten bij het Hof in totaal 168 adviezen gegeven, tegenover 143 in 2020, 132 in 2019, 115 in 2018 en 125 in 2017.

Chiffres globaux

Voortgang van de zaken

Voor de G-zaken die in 2021 werden behandeld, bedroeg de doorlooptijd gemiddeld 4,02 maanden. De gemiddelde doorlooptijd voor de Nederlandstalige zaken steeg van 3,37 maanden in 2020 naar 6,13 maanden in 2021. Die schijnbaar aanzienlijke stijging is te wijten aan een vertraging in de administratieve verwerking van een aantal Nederlandstalige G-zaken die reeds lang als afgehandeld moesten worden gezien. Voor de Franstalige G-zaken daalde de gemiddelde doorlooptijd, zij het beperkt, van 2,22 maanden in 2020 naar 2,15 maanden in 2021.

2017 2018 2019 2020 2021
N 1,91 1,91 2,94 3,37 6,13
F 1,91 1,78 1,63 2,22 2,15
N+F 1,91 1,84 2,19 2,76 4,02

Evolutie gemiddelde doorlooptijd
G-zaken

Het merendeel van de in 2021 behandelde G-zaken, met name 78 pct., werd uitgesproken op een termijn van minder dan 3 maanden.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - G-zaken

H-zaken

In deze categorie worden de prejudiciële verwijzingen naar het Hof van Cassatie opgenomen. Er werden in 2021 geen H-zaken ingeleid of berecht.

Bijzondere procedures en formaties

In 2021 werden geen arresten in verenigde kamer gewezen (een kamer bestaande uit minstens 11 raadsheren, die uit beide taalgroepen afkomstig zijn). Wel werden in 2021 3 arresten, waarvan 1 P-zaak en 2 C-zaken, in voltallige kamer gewezen (een kamer bestaande uit 9 raadsheren, die uit beide taalgroepen afkomstig zijn). Het Hof houdt zitting in voltallige kamer op beslissing van de eerste voorzitter, op suggestie van de raadsheer-rapporteur of de sectievoorzitter, hetzij omdat een bepaalde zaak principiële vragen doet rijzen die niet op evidente wijze door de ene of de andere afdeling kunnen worden afgehandeld, hetzij omdat een afdeling in een bepaalde zaak een ommekeer van een vaststaande rechtspraak overweegt, hetzij omdat door het Hof in voorgaande zaken met een gelijkaardige strekking tegenstrijdige beslissingen werden gewezen. De zitting in voltallige kamer beoogt aldus de rechtseenheid te handhaven.

Commissie voor de onwerkzame voorlopige hechtenis

Om een volledig zicht te hebben op de cijfers, dienen ook de belangrijkste kerncijfers met betrekking tot de Commissie voor de onwerkzame voorlopige hechtenis te worden meegegeven. Deze cijfers zijn niet meegerekend in de globale cijfers weergegeven in deel 1 van dit hoofdstuk.

Instroom

In 2021 werden 23 nieuwe verzoekschriften voor de Commissie voor de onwerkzame voorlopige hechtenis ingediend (15 Nederlandstalig en 8 Franstalig).

Uitstroom

Er werden 43 beslissingen gewezen (34 Nederlandstalig en 9 Franstalig). In 19 zaken werd een vergoeding wegens onwerkzame voorlopige hechtenis toegekend. 2 verzoekschriften werden niet ontvankelijk verklaard.

Werkvoorraad

Zijn nog in behandeling: 4 dossiers op de Nederlandstalige rol en 10 dossiers op de Franstalige rol, die allen in de loop van 2021 werden ingeschreven.

Conclusie voor 2021

De cijfers voor 2021 leveren een gemengd beeld op.

Het aantal nieuwe zaken voor het Hof is in 2021 met ongeveer 14 pct. gestegen ten aanzien 2020, tot 2.832 eenheden, waarmee een einde is gekomen aan de relatief stabiele instroom aan zaken tussen 2016 en 2020.

Een stijgende impact van dat aantal nieuwe zaken op de werkvoorraad werd vooralsnog vermeden, doordat het aantal in 2021 uitgesproken eindarresten met ongeveer 17 pct. kon worden opgeschroefd in vergelijking met 2020, tot 2.886 eindarresten. Integendeel zelfs, het Hof slaagde erin de openstaande werkvoorraad met 55 eenheden (beperkt) terug te dringen, tot 1.493 zaken.

Deze goede resultaten zijn uiteraard in de eerste plaats te danken aan de enorme inzet van alle medewerkers van het Hof, maar tegelijk moet worden toegegeven dat zij een meer complexe realiteit verbergen.

7 De stijging van het globaal aantal nieuwe zaken blijkt hoofdzakelijk te worden veroorzaakt door een fikse stijging van het aantal nieuwe penale cassatieberoepen met ongeveer 25 pct., tot 1.698 eenheden. Het aantal nieuwe strafzaken in 2021 evenaart aldus het aantal nieuwe strafzaken in 2015, dit is het jaar voor de inwerkingtreding van de belangrijkste (nieuwe) filters voor de toegang tot het Hof in strafzaken.

Met de bedoeling deze plotse evolutie het hoofd te bieden, slaagde de tweede kamer erin in 2021 een hoger aantal eindarresten te vellen dan in 2020 (+237 eindarresten), waardoor de impact van het gestegen aantal nieuwe cassatieberoepen beperkt bleef, maar dat kon niet verhinderen dat de penale werkvoorraad voor het eerst in jaren terug is gestegen met 89 eenheden, tot 390 zaken.

Het spreekt voor zich dat de plotse stijging van het aantal nieuwe P-zaken in 2021 van nabij moet worden opgevolgd. Indien zou blijken dat dat aantal de volgende jaren blijft stijgen, wordt een grotere negatieve impact op de penale werkvoorraad en op de vooruitgang van de penale zaken onvermijdelijk.

Dat de stijging van de penale werkvoorraad niet heeft geleid tot een stijging van de globale werkvoorraad, maar integendeel tot een daling, is te wijten aan een daling van de werkvoorraad in C-zaken (met 149 eenheden) ten gevolge van een aantal toevallige, niet-structurele omstandigheden in 2021, met name enerzijds een (hoogstwaarschijnlijk eenmalige) daling van het aantal nieuwe Nederlandstalige C-zaken en anderzijds een omvangrijke reeks van inhoudelijk gelijklopende Franstalige C-zaken. Zonder die factoren zou de werkvoorraad in C-zaken niet of slechts heel beperkt zijn gedaald, met een sterkere stijging van de globale werkvoorraad van het Hof tot gevolg.

Ondertussen blijft ook het aantal nieuwe fiscale zaken in 2021 steeds verder stijgen, met 35 eenheden ten aanzien van 2020, tot 210 eenheden in 2021. Inspanningen om een hoger aantal fiscale eindarresten te vellen, werden daardoor teniet gedaan: ondanks het feit dat het Hof in 2021 30 bijkomende fiscale eindarresten heeft geveld, stijgt de fiscale werkvoorraad verder door, tot 331 zaken.

Ook de werkvoorraad in sociale zaken blijft constant maar hoog.

Het verminderen van de werkvoorraad in fiscale en sociale zaken blijft een permanente bezorgdheid van het Hof. Hierbij wordt het steeds duidelijker dat - zeker voor wat de werkvoorraad in fiscale zaken betreft - de bestaande ondersteuning en interne organisatie niet kan volstaan om die laatste werkvoorraad te verminderen.