Rol van de referendaris

Algemeen

De Wet van 6 mei 1997 strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie voorzag het Hof van een kader van referendarissen. Het statuut van die referendarissen maakt het voorwerp uit van verschillende bepalingen die in het Gerechtelijk Wetboek werden opgenomen.

Krachtens artikel 135bis, derde lid, Gerechtelijk Wetboek bereidden de referendarissen het werk van de raadsheren en de leden van het parket voor, dragen zij bij aan de werkzaamheden in verband met de documentatie en werken zij mee aan de vertaling en de publicatie van de arresten alsook aan het in overeenstemming brengen van de Franse en Nederlandste tekst. In de praktijk stellen de referendarissen in een deel van de (voornamelijk civiele en fiscale) zaken, onder toezicht van de raadsheer-verslaggever respectievelijk advocaat-generaal, een juridische studie op, waarin zij telkens de rechtsvragen die in het dossier aan de orde zijn, rechtstheoretisch en grondig gedocumenteerd uitspitten.

Om tot referendaris bij het Hof van Cassatie te worden benoemd, moet men 25 jaar oud en doctor, master of licentiaat in de rechten zijn (art. 259duodecies Ger.W.).

De referendarissen bij het Hof van Cassatie kunnen slechts worden benoemd nadat zij zijn geslaagd voor een vergelijkend examen, dat enigzins vergelijkbaar is met het examen van beroepsbekwaamheid voor magistraten bedoeld in artikel 259bis-9 Gerechtelijk Wetboek. Het examen dat toegang verleent tot de functie van referendarissen bestaat uit twee schriftelijke proeven, gevolgd door een mondelinge proef en een taalexamen. De wetgever heeft de aanwerving van de referendarissen en de organisatie van het vergelijkend examen rechtstreeks aan het Hof toevertrouwd (art. 259duodecies Ger.W.).

De referendarissen bij het Hof worden op proef benoemd. Gedurende drie jaar toetst het Hof de praktische vaardigheden van de referendaris. De referendaris is slechts na een stage van drie jaar definitief benoemd, tenzij de Koning, op voorstel van de eerste voorzitter of de procureur-generaal, anders beslist (art. 259terdecies Ger.W.).

Het veeleisende examen en de driejarige stage staan aldus waarborg voor de objectieve aanwerving van deze hooggekwalificeerde medewerkers.

De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de procureur-generaal bij het Hof wijzen in onderlinge overeenstemming de referendarissen aan die onder het gezag van de ene en die onder het gezag van de andere komen te staan.

Net als de referendarissen van de andere hoogste rechtscolleges van het land, zoals het Grondwettelijk Hof en de Raad van State, genieten de referendarissen bij het Hof een statuut dat heel nauw aanleunt bij het statuut van een magistraat. Zij genieten het voorrecht van rechtsmacht (art. 479 en 483 W.Sv.), zij worden vergoed volgens de barema's die gelden voor magistraten (art. 365bis Ger.W.) en zij zijn onderworpen aan dezelfde onverenigbaarheden, zowel wat de cumul van functies (art. 299bis Ger.W.) als bloed- en aanverwantschap (artt. 302 en 304 Ger.W.) betreft. Zij zijn tevens onderworpen aan de verlof- en afwezigheidsregeling voor magistraten (artt. 331 tot 333 Ger.W.). Net zoals de magistraten, maken zij het voorwerp uit van een installatie door het Hof (art. 288 Ger.W.), waarbij zij de eed afleggen (art. 289 Ger.W.).

Krachtens artikel 135bis, eerste lid, Gerechtelijk Wetboek bestaat het kader van referendarissen bij het Hof uit ten minste vijf en ten hoogste dertig referendarissen. Hun aantal wordt door de minister van Justitie bepaald. In 2021 telt het kader van de referendarissen bij het Hof 15 referendarissen, waarvan 10 Nederlandstalig en 5 Franstalig. Een uitbreiding van het bestaande kader met 4 bijkomende plaatsen wordt in het vooruitzicht gesteld.

Enkele belangwekkende studies

In deze rubriek worden, ter illustratie van de belangrijke ondersteunende taak van de referendarissen, drie belangwekkende studies van referendarissen weergegeven. Deze studies bevatten een persoonlijke analyse door de referendaris van een welbepaalde juridische problematiek. Zij weerspiegelen de mening van het Hof niet en binden het Hof dan ook niet.

Moet een brandverzekeraar ook dekking verlenen aan de mede-eigenaar van een verzekerd goed, waarvoor een andere mede-eigenaar een brandverzekeringsovereenkomst sloot?

Studie referendaris S. Guiliams

De volledige tekst is hier beschikbaar

Het beroepsgeheim van de hulpverlener in verband met feiten van seksueel misbruik waarvan een minderjarige patiënt vermoedelijk het slachtoffer is

Studie referendaris P. Brulez

De volledige tekst is hier beschikbaar

Strenge taalvereisten inzake levensmiddelenetikettering: nationalistisch protectionisme of cultuur- en consumentenbescherming?

Studie referendaris S. Jansen

De volledige tekst is hier beschikbaar